Algemeen

 

De vererving van eigenschappen gebeurt in de eerste plaats door middel van genen. Genen zijn stukken DNA, die eenheden van erfelijke informatie bevatten. Genen zijn onderdeel van chromosomen. Een konijn heeft voor een bepaald uiterlijk kenmerk een set van twee genen, met mogelijk verschillende erfelijke informatie, waarvan één exemplaar van de moeder komt en het andere van de vader. De set genen kan bijvoorbeeld coderen voor de oogkleur, maar het ene voor blauwe ogen en het andere voor bruine.

In de genetica of erfelijkheidsleer worden genen aangeduid met een letter en wel een hoofdletter voor een dominant gen, bijvoorbeeld ‘A’, en een kleine letter voor een recessief gen, bijvoorbeeld ‘a’. Wanneer een gen onbekend is, wordt dat aangeduid met een liggend streepje, ‘_’. Daarnaast gebruik ik zelf de aanduiding van een letter met een liggend streepje eronder, bijvoorbeeld ‘a’, in geval ik aanneem dat het konijn dit gen heeft, maar dit dus niet helemaal zeker weet. In de aanduiding van een set van twee genen wordt altijd het meest dominante gen als eerste vermeld, bijvoorbeeld ‘Aa’.

Het genotype is de erfelijke informatie van een organisme, bijvoorbeeld ‘AaBBCCddEe’. Datgene wat zichtbaar is in de verschijningsvorm, de uiterlijke kenmerken, is het fenotype, in het voorbeeld is dit ‘ABCdE’. Het fenotype wordt overigens ook nog beïnvloed door omgevingsinvloeden.

In geval twee genen uit een genenpaar identiek zijn, noemen we dat homozygoot of fokzuiver, bijvoorbeeld ‘aa’. Zijn ze verschillend, dan heet dat heterozygoot of fokonzuiver, bijvoorbeeld ‘Aa’.

Een dominant gen overheerst altijd een recessief gen en het komt altijd fenotypisch tot uiting. Een recessief gen komt enkel fenotypisch tot uiting als er geen dominant gen voor die bepaalde eigenschap aanwezig is. Als een konijn heterozygoot is (twee verschillende genen heeft) voor een eigenschap, dan kunnen beide genen ook resulteren in een mengvorm die verschilt van beide ouders. Dit heet intermediair of additief.

De plaats waar een gen, dat voor een bepaalde eigenschap verantwoordelijk is, op het chromosoom gelegen is, wordt het locus genoemd.

Met deze basiskennis over erfelijkheidsleer, kunnen we het een en ander verklaren met betrekking tot Kleurvererving.